In het AD | Vluchteling en student onder één dak

Yhshom Azeze en Niek Veen hebben de afstand tussen Eritrea en Nederland al aardig overbrugd: ,,Soms kwam er vanzelf een gesprek op gang. Bijvoorbeeld toen ik iets over mijn vader vertelde en hij over zijn vader begon.'' Foto: Frank Jansen

Yhshom Azeze en Niek Veen hebben de afstand tussen Eritrea en Nederland al aardig overbrugd: ,,Soms kwam er vanzelf een gesprek op gang. Bijvoorbeeld toen ik iets over mijn vader vertelde en hij over zijn vader begon.'' Foto: Frank Jansen

Vluchteling en student samen onder één dak in voormalig ministerie 

TERUGBLIK Een oud ministerie bij station Laan van NOI wordt sinds half juni bewoond door een mix van studenten en vluchtelingen met een verblijfs-status. Dat bevordert de integratie, is het idee. En? ,,Ik voel me hier echt al thuis'', zegt Yhshom Azeze.

Bij binnenkomst waant de bezoeker zich in een spelletjescafé, waar op dit moment twee vrienden elkaar fanatiek bestrijden achter een airhockey-tafel. Maar de ontspanningsruimte waar de jongens hun spel spelen, noemen ze hier de huiskamer. Een kamer die in dit geval onderdeel uitmaakt van een enorm pand, waar 175 studenten en statushouders sinds ruim een half jaar met elkaar onder één dak wonen.

Na afloop van hun wedstrijdje ploffen Niek Veen (19) en Yhshom Azeze (20) op de bank. Voor een gesprek waarin het niet zal gaan over de ins en outs van airhockey. Integratie, daar draait het om. Want die verloopt vooral bij vluchtelingen uit Eritrea, het land dat Yhshom vijf jaar geleden verliet, doorgaans uiterst moeizaam: van de Eritreeërs heeft na tweeënhalf jaar krap zes procent een baan.

Glimlach

Al snel blijkt dat dit cijfer van het CBS geen vat heeft op Yhshom. Met een open blik en veelvuldig een gulle glimlach doet hij zijn verhaal. In bovendien goed te volgen Nederlands. ,,Toen ik nog in het asielzoekerscentrum kwam en een nieuw woord hoorde, schreef ik dat op mijn hand. Als ik ging fietsen, keek ik daarnaar. Tot ik het kon onthouden.''

Yhshom was de eerste die ik hier leerde kennen

Niek

Naast hem luistert Niek - geboren en getogen in Nijmegen - met bewondering voor zoveel doorzettingsvermogen. Ze praten best veel samen, vertelt de eerstejaarsstudent 'international relations and organisations', maar vaak gaat het dan om de dagelijkse sores van hun huishouden (waarbij vier alleenstaande statushouders en vier studenten met elkaar een keuken en badkamer delen).

,,Yhshom was de eerste die ik hier leerde kennen, maar in het begin stelde ik niet veel vragen. Omdat ik me kon voorstellen dat het voor hem pijnlijk zou zijn. Als hij wat wil vertellen, dacht ik, dan doet hij dat wel. Soms kwam er vanzelf een gesprek op gang. Bijvoorbeeld toen ik iets over mijn vader vertelde en hij over zijn vader begon.''

Bang

Yhshom knikt: ,,Mijn vader moest het leger in, vlak voordat ik werd geboren. Hij zit er nog steeds in. Komt er niet uit. Terwijl hij veel liever bij zijn gezin zou zijn. Heel af en toe mocht hij ons opzoeken. Ik was bang dat mij dat ook zou overkomen. Zoals veel jongens uit mijn dorp. Daarom ben ik illegaal vertrokken.''

Hij bedoelt: stiekem. Zonder zelfs zijn moeder te informeren. ,,Zij had het nooit goedgevonden. Was dan veel te bang dat ik onderweg zou verongelukken. Maar ik was 15 en dacht: ik kijk wel hoe ver ik kom. Aan Europa dacht ik nog niet. Dat kwam later. Ik wilde het land uit, meer niet.''

De reis duurde langer en was zwaarder dan Yhshom in zijn jeugdige overmoed had voorzien. Er waren momenten dat hij spijt kreeg. Momenten waarop hij dacht: in het leger was ik waarschijnlijk beter af geweest. Minder eenzaam in elk geval. Maar er was naar zijn gevoel geen weg meer terug.

Gevangenis

Gevraagd naar het dieptepunt hoeft hij niet lang na te denken: ,,Libië. Daar werd ik opgepakt. Heb zes maanden in de gevangenis gezeten. In een ruimte onder de grond. Bijna zonder daglicht. Zonder telefoon. Iemand die vrijkwam heeft mijn moeder gebeld. Mijn familie moest 2000 euro betalen voor mijn vrijheid.''

Pas nu ik hier woon en hier naar school ga, ben ik weer als vroeger thuis

Yhshom

Het is geen onderwerp dat Yhshom graag aansnijdt. De jonge Eritreeër probeert die donkere episode van zijn leven als het ware te negeren. Uit zelfbescherming. Want hoe meer hij over zijn gevangenschap in Libië nadenkt, hoe minder hij mensen nog durft te vertrouwen. ,,Voordat ik in Nederland aankwam, wilde ik met niemand praten. Ik wilde alleen maar vergeten. Pas nu ik hier woon en hier naar school ga, ben ik weer als vroeger thuis.‘’

Zelfs voor Niek zijn sommige verhalen die Yhshom vertelt nog nieuw. ,,Wat ik denk als hij dat allemaal vertelt? Dan vraag ik me vooral af hoe het mogelijk is dat hij zo'n vrolijke jongen is hier. Na zo'n heftig leven daar.''

Met gevoel voor zelfspot: ,,Ik vond de overgang van Nijmegen naar Den Haag al moeilijk.''

De studentenhuisvesting in het voormalige ministerie van Sociale Zaken sprak hem wel aan: ,,Voor Randstad-begrippen is het hier betaalbaar. En dan heb je ook nog eens meer ruimte dan gemiddeld. Met acht personen - vier studenten en vier statushouders - delen we een keuken, wc's en doucheruimtes. Plus een woonkamer. Daarnaast heeft iedereen een eigen kamer. Alles dus wat je nodig hebt. Meer zelfs, want hier (beneden in het souterrain, red.) is er voor alle bewoners van het gebouw dus ook nog een enorme huiskamer ter grootte van een flink café.''

Het gebouw is de afgelopen maanden geleidelijk aan volgestroomd met 85 studenten en 90 jonge statushouders. Van laatst genoemde groep is iets meer dan de helft van Eritrese afkomst. In andere situaties is succes met de integratie bij asielzoekers uit Eritrea bepaald niet verzekerd. Maar in deze opzet zou het beter moeten gaan met de integratie, want uitsluitend samenklonteren met landgenoten is praktisch onmogelijk.

Uitkering

En het werkt. De voorlopige resultaten van de koppeling van studenten aan statushouders zijn bemoedigend. Dat valt op te maken uit cijfers van de gemeente Den Haag en zijn verstrekt door ANNA & Co, de organisatie die zorgdraagt voor 'het verbinden van mensen'. Waar bij binnenkomst in de eerste helft van dit jaar nog 82 procent van de statushouders een uitkering had, kan inmiddels meer dan de helft de eigen broek ophouden. Die kleine meerderheid heeft werk gevonden bij onder andere de post, in de bouw, bij supermarkten, in de horeca en in de schoonmaakbranche.

Anderen studeren of zitten op school. Zoals Yhshom. Hij volgt sinds september een opleiding voor servicemedewerker aan het ROC Mondriaan in Den Haag.

Plechtigheid

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Yhshom door ANNA & Co is geselecteerd voor dit verhaal, zoals hij onlangs ook het woord nam tijdens een plechtigheid waar Haagse statushouders hun EHBO-diploma's in ontvangst namen. De jonge Eritreeër is dus vast en zeker een model-vluchteling; niet al zijn landgenoten zullen al zo frank en vrij hun zegje in het Nederlands kunnen doen.

Rest nog de vraag hoe hij vanuit het geïsoleerde Eritrea uitgerekend in het verre Nederland terechtkwam. Waarom bleef hij, zoals vluchtelingen die eerder in de geschiedenis ons land bereikten, niet dichter bij huis? Zoals de vele duizende Eritreeërs die in buurland Ethiopië een veilig heenkomen zoeken en vinden. Dat maakt het wel zo makkelijk om contact met familieleden te onderhouden en om eventueel na een mogelijke wisseling van de macht, terug te keren.

,,Ethiopië was ook het eerste land waar ik naartoe ging'', zegt hij. ,,Maar Eritreeërs waren er niet welkom. De mensen daar hadden het zelf moeilijk. Het was niet veilig. Dus trok ik verder. Naar Soedan en Libië. En steeds weer dacht ik: weg van hier.''

Nederland

Toen hij twee jaar later de oversteek naar Europa waagde, had hij Nederland nog niet op de radar. ,,Ik wilde naar Engeland, eerlijk gezegd. Omdat Engels een wereldtaal is. Leek me makkelijker. Maar ik had een vriend in Den Bosch. Hij was jaren eerder weggegaan en zat daar nog steeds. Dus ik dacht: dan zal het wel goed zijn daar.''

Drie jaar geleden stak Yhshom de Nederlandse grens over. En deed hij, zoals hij het noemt, zijn 'vingerafdruk'. Toen werd het pas echt spannend: zou hij mogen blijven of niet? ,,Negen maanden heb ik in Ter Apel gezeten. Het voelde als negen jaar. Niks te doen, alleen denken. Ook nu nog is het spannend: ik heb geen definitieve verblijfsvergunning. Het is voor vijf jaar.''

Teruggaan naar Eritrea is geen optie. Dan zou alles voor niks zijn geweest, bezweert hij: ,,Dan word ik meteen opgepakt. Of ik mijn familie ooit terugzie? Ik weet het niet.''

Daar wil hij op dit moment ook niet te veel over nadenken. Dus is al snel de glimlach weer terug: ,,Dit hier, dit is voorlopig mijn familie.''

Albert Kok
AD, 30 december 2018

Ilona Labree